Direct naar artikelinhoud
AnalyseBrussel

Ragfijn spel of gokje? Waarom Hongarije en Polen de EU-begroting vetoën (waar ze veel geld uit slepen)

De Duitse bondskanselier Angela Merkel (l) begroet de Hongaarse premier Orbán (r).Beeld EPA

Waarom vetoën Hongarije en Polen een EU-begroting op basis waarvan ze zelf veel geld zouden ontvangen? Een Hongaars-Poolse ‘njet’ in Brussel is deels een weerspiegeling van politieke turbulentie aan het thuisfront.

Hongarije en Polen hebben de EU begin deze week in een crisis gestort, door te weigeren de Europese meerjarenbegroting (1.074 miljard euro) en het coronaherstelfonds (750 miljard euro) goed te keuren. Er waren al langer signalen dat beide lidstaten de geldpakketten wilden blokkeren. Zowel de regering van Viktor Orbán in Boedapest als die van Mateusz Morawiecki in Warschau zien weinig heil in het koppelen van EU-subsidies aan het naleven van de rechtsstaat. Ze zien dit als een vorm van politieke en financiële chantage. Dinsdagavond sprak Janez Janša, de premier van Slovenië, zijn steun uit voor Polen en Hongarije. Janša is een bewonderaar en bondgenoot van Orbán. Hij noemde het koppelen van EU-geld aan de rechtsstaat ‘politiek gemotiveerd’ en ‘het einde van de EU zoals we die kennen.’

Het mechanisme kunnen ze niet vetoën, de meerjarenbegroting en het coronaherstelfonds wel. Daarmee drijven ze de discussie op de spits. Maar Hongarije  en Polen krijgen enorme bedragen uit de begroting, respectievelijk 40 en 130 miljard euro. Slovenië ontvangt minimaal 6,5 miljard euro. Waarom zouden ze zichzelf zo in de voet schieten?

‘Orbán houdt wel van een gokje’, zegt politiek analist Gábor Györi van de Hongaarse denktank Policy Solutions. ‘Het coronaherstelfonds is buitengewoon belangrijk voor de EU, belangrijker dan het beteugelen van Orbáns politiek. Dat weet hij en daar wedt hij op.’

Schering en inslag

Het gedrag en de retoriek van Orbán passen ook in zijn jarenlange boodschap dat buitenlandse machten proberen de Hongaarse politiek te domineren en te beïnvloeden, onder invloed van de Amerikaans-Hongaarse filantroop George Soros. Vorige week vergeleek hij de EU opnieuw met de Sovjet-Unie; staatssecretaris Zoltán Kovács schreef dat ‘de EU eindelijk het Soros-plan uitvoert’.

Maar de plannen om EU-subsidies te koppelen aan de rechtsstaat hebben ook consequenties voor de manier waarop Orbán het land de afgelopen jaren heeft ingericht. Corruptie, cliëntelisme en zelfverrijking zijn hierbij schering en inslag. OLAF, het anticorruptiebureau van de EU, adviseerde dit jaar op basis van steekproeven dat bijna 4 procent van de EU-subsidies aan Hongarije moeten worden terugbetaald vanwege onregelmatigheden in de besteding ervan. Hongarije is daarmee koploper in de EU; bij Slowakije, de nummer twee, gaat het om ongeveer 0,5 procent van de subsidies (het gemiddelde in de EU is 0,36 procent).

Het voorgestelde mechanisme van de EU ondermijnt het politieke en economische systeem van regeringspartij Fidesz, stelt Györi. En daarmee wordt het Orbán wel degelijk ietwat heet onder de voeten. De Hongaarse regering lijkt hierop voor te sorteren. Vorige week werden tijdens een middernachtelijke sessie in het parlement over de coronamaatregelen plots enkele wijzigingen voor de Grondwet voorgesteld. 

Het voorstel om het lhbti-stellen de facto onmogelijk te maken om kinderen te adopteren, trok de meeste aandacht. Maar niet minder belangrijk zijn een hervorming van de kieswet die het de oppositie moeilijker maakt zich te verenigen en een wet om de definitie van publiek geld te veranderen, zodat de besteding van EU-subsidies makkelijker aan het oog onttrokken kan worden.

In 2022 zijn er verkiezingen in Hongarije. ‘Orbán kan daar worden afgestraft voor de economische recessie veroorzaakt door het uitblijven van EU-geld’, zegt Györi. De slechte aanpak van de tweede golf van het coronavirus in Hongarije weegt ook mee. ‘Op een bepaald moment moet hij zijn belangen afwegen. Maar wellicht sleept hij hier een compromis uit en kan hij met opgeheven hoofd naar Boedapest terugkeren en het presenteren als een overwinning.’

Polen: gematigden en fanatiekelingen

Polen schaarde zich met een veto achter Hongarije. De regering vindt het mechanisme van de EU onredelijk en stelt dat het gebruikt zal worden om lidstaten te straffen die politiek verschillen van de liberale EU – zoals het door de rechts-nationalistische PiS geregeerde Polen. Maar volgens Piotr Buras, directeur in Warschau van de European Council on Foreign Relations, weerspiegelt het vooral een conflict binnen de Poolse regering dat al weken voor politieke onrust zorgt. ‘De regeringspartij verkeert in een diepe crisis, zonder welke het veto niet valt te verklaren.’

PiS-partijleider Kaczynski zit klem tussen gematigden en fanatiekelingen, zowel van zijn eigen partij als op de rechterflank van de coalitie. Dit leidde tot twee zware politieke crises in de afgelopen twee maanden. Eerst viel de regering bijna over een dierenwelzijnswet. Daarna veroorzaakte een controversiële inperking van het recht op abortus wekenlang onrust, waarbij honderdduizenden Polen de straat opgingen. Ook het veto zet deze kampen tegenover elkaar, aldus Buras. Het is vooral de minister van Justitie, Zbigniew Ziobro, van de rechtse coalitiepartner Solidarna Polska, die hierop hamert. Hij dreigde het vertrouwen in premier Morawiecki op te zeggen. ‘Regelrechte chantage’, aldus Buras.

Zie hier het dilemma van PiS. Als ze tegen het veto zijn, riskeren ze dat meer fanatieke leden overlopen naar Ziobro’s partij of hun politieke toekomst elders zoeken. Als ze voor zijn, vervreemden ze meer gematigde politici van zich. ‘Veel leden van PiS zijn zich zeer bewust van de rampzalige consequenties die een veto kan hebben', stelt Buras. En niet alleen economisch en politiek. ‘Mensen zullen weer de straat op gaan, nog veel massaler dan bij de abortusprotesten’, voorspelt hij. Juist daarom moet de EU zich hard opstellen, vindt Buras. ‘Wanneer de mogelijk harde consequenties duidelijk zijn, beïnvloedt dat ook de binnenlandse discussie.’