Direct naar artikelinhoud

Als VS militaire steun intrekken, moet Duitsland voorop

Militairen van de Bundeswehr, gestationeerd in Litouwen.

Europa zal voor meer eigen defensie moeten kiezen, nu er twijfel ontstaat over de bescherming door de VS. Dat dringt de Duitsers al snel in een centrale rol.

Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Duitsland zich militair altijd bescheiden opgesteld. Buurlanden waren bang voor de wedergeboorte van het dominante Duitse leger. Zelf hadden de Duitsers ook hun buik vol van het militarisme. Maar nu de Amerikaanse president Donald Trump de Navo ‘obsoleet’ heeft genoemd en hij zijn steun dreigt in te trekken als lidstaten hun defensiebudget niet fors verhogen, richten alle blikken zich toch op Duitsland.

Trump eist dat Navo-landen minimaal de afgesproken 2 procent van hun bruto nationaal product aan defensie besteden. Duitsland zit op 1,2 procent en zou zijn uitgaven dus bijna moeten verdubbelen. De grootste economie in Europa zou in één klap de grootste militaire macht worden, boven de kernmachten Groot-Brittannië en Frankrijk die nu de Europese rangen aanvoeren. Maar die ambitie heeft Duitsland helemaal niet.

Historische dieptepunt

Het land was wel bezig met een inhaalslag, vanwege de toenemende Russische dreiging. Na 26 jaar bezuinigen verhoogde de bondsregering de defensie-uitgaven onlangs met 8 procent. En het aantal Duitse militairen, afgelopen zomer nog aanbeland op het historische dieptepunt van 166.500, moet de komende zeven jaar stijgen naar 200.000.

De grootste economie in Europa zou in één klap de grootste militaire macht worden

Bondskanselier Angela Merkel beweert ook dat ze wil voldoen aan de Navo-eis van 2 procent. Maar achter de schermen noemen Duitse politici dit onhaalbaar, meldde The Washington Post deze week. Al was het maar omdat 55 procent van de Duitsers geen cent extra aan defensie wil uitgeven en omdat de angst voor een wapenwedloop groot is. Strategisch heeft de 2-procentsnorm ook weinig zin, vindt Josef Janning, directeur van de Berlijnse afdeling van de denktank European Council on Foreign Relations.

“Meer geld betekent niet per se meer veiligheid”, zegt hij. Als Europa bij een terugtredend Amerika voor-taan zijn eigen boontjes wil doppen, kan het beter proberen om de versnippering van de eigen defensie tegen te gaan.

Europese landen moeten hun militaire apparaten veel efficiënter op elkaar afstemmen, betoogt Janning. Daar namen de regeringsleiders gisteren in Brussel een voorschot op. In juni spreken ze er nogmaals over op een nieuwe EU-top.

Tekst loopt door onder afbeelding. 

Bondskanselier Angela Merkel

Ook bij dit soort militaire integratie blijft er een hoofdrol weggelegd voor Duitsland, meent Janning. Want de Duitse krijgsmacht is vooral gericht op klassieke territoriale verdediging, met grondtroepen en luchtsteun. Juist dat heeft Europa nodig bij een eventuele invasie vanuit Rusland. Frankrijk en Groot-Brittannië leunen meer op hun marine, luchtmacht en expeditietroepen − die zijn bij zo’n inval minder nuttig.

Het schoolvoorbeeld van integratie is volgens Janning het Nederlands-Duitse teamwerk. “Nederland laat zijn landmacht bijna volledig met Duitsland samenwerken. Ze trainen samen, gaan samen op missie en werken met hetzelfde materieel.” Als andere EU-landen, vooral in het oosten, zich net zo bij de Duitsers aansluiten, leidt dat volgens de expert tot enorme versterking van de Europese defensie zonder dat het extra geld kost.

Nederland laat zijn landmacht bijna volledig met Duitsland samenwerken
Josef Janning, directeur van de Berlijnse afdeling van European Council on Foreign Relations

Zelfs Polen, van oudsher sterk gehecht aan zijn soevereiniteit, zoekt al voorzichtig toenadering tot Duitsland. Beide landen delen twee tankbataljons, het ene onder Duits, het andere onder Pools commando. Duitsland voert ook gesprekken met Tsjechië. Met Zweden doet het onderzoek naar nieuwe militaire technieken. Tenslotte leiden de Duitsers in Litouwen de opbouw van een Navo-troepenmacht van 1200 militairen, afkomstig uit onder meer Duitsland, Nederland, België en Frankrijk.

Gewoon beginnen

Militair aanhaken bij Duitsland ligt uiterst gevoelig, beseft Janning. Wie er nu een debat over zou beginnen, zou het lastig krijgen. Zeker in Polen, dat geen junior-partner van Duitsland wil worden. Daarom moet de versmelting volgens de expert het liefst geruisloos verlopen, als een vanzelfsprekende praktische ontwikkeling. “Begin er gewoon mee”, adviseert hij. Mensen zullen dan zien dat ze voor hetzelfde geld meer veiligheid krijgen. Zelfs de nu nog politiek onhaalbare droom van een Europees leger - volgens Janning veruit de beste oplossing - komt zo op natuurlijke wijze dichterbij.

Moet Duitsland aan de kernwapens?

Het was een taboe, maar sinds kort wordt er toch over gesproken: Duitsland als kernmacht. De uitgever van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, Berthold Kohler, opende het debat in november. Volgens hem moet Duitsland de aanschaf van kernraketten overwegen, nu de Verenigde Staten wellicht geen bescherming meer gaan bieden.

Hij krijgt bijval van diverse experts, ook uit de CDU van bondskanselier Angela Merkel. Maar die laatste probeert de discussie de kop in te drukken.

Ook de sterke man van de Poolse regeringspartij PiS, Jaroslaw Kaczynski, heeft een duit in het zakje gedaan. Hij pleit voor Europese kernwapens, waar Duitsland voor een groot deel aan zou moeten meebetalen. Dat hoeven niet per se nieuwe wapens te zijn; het is evengoed denkbaar dat Frankrijk zijn kernwapens gaat delen met de rest van Europa. Ook Groot-Brittannië heeft kernwapens; het land schijnt die tot inzet te willen maken in de Brexit-onderhandelingen.